Alienora van Borssele

Heer Frank, die na de dood van Jacoba van Beieren niet is hertrouwd, liet een bastaard zoon Floris – een zoon van jonkvrouwe Margriet van Herzeele – en een natuurlijke dochter na. Zij vielen buiten de erfenis.

Franks zuster, Alienora, jonkvrouwe van Nijenrode was de enige erfgenaam. Zij werd in 1471 door hertog Karel de Stoute beleend met Sint-Maartensdijk, Scherpenisse, Hoogstraten en andere dorpen.

Het hof te Sint-Maartensdijk zal tijdens haar bewind nog wel zoveel uitstraling hebben gehad dat een boekdrukker zich in de smalstad kon vestigen. Rond 1450 was in Mainz het eerste boek met losse letters gedrukt. Van hieruit heeft de boekdrukkunst zich in enige tientallen jaren over Europa verspreid. Pieter Werrecoren was de eerste Zeeuwse drukker. In november 1478 gaf hij in Sint-Maartensdijk Der sielen troest uit. Het is een populair catechetisch werk waarvan nog slechts één volledig exemplaar bekend is.

Vermoedelijk heeft Alienora Sint-Maartensdijk in 1485 stadsrechten gegeven. Al eerder (1481) is sprake van graften waarmee een vestinggracht zal zijn bedoeld. Ook dit duidt op een stedelijk karakter. Sint-Maartensdijk was een smalstad. Met deze term werden steden bedoeld van bijzondere heren die geen zitting hadden in de Staten van Zeeland.

Alienora was gehuwd met Johan van Buren. Haar dochter Elisabeth huwde in 1441 Gerrit van Culemborch waarvan zij twee kinderen had: Jasper en Aleid. Laatstgenoemde huwde Frederik van Egmond, graaf van Buren. Vrouwe Alienora overleefde haar dochter, haar schoonzoon en haar kleindochter Aleid die 20 juli 1471 stierf. Laatstgenoemde liet een zoon Floris van Egmond na. Op 24 februari 1485 droeg Alienora haar bezittingen te Sint-Maartensdijk en Scherpenisse op aan haar in 1469 geboren achterkleinzoon Floris. Enige maanden later stierf zij.

Sint-Maartensdijk kreeg in 1485 stadsrechten maar had géén zitting in de Staten van Zeeland, reden waarom het een smalstad werd genoemd.